Voor de les kwam ze een beetje schuchter naar mij toe. Ze was te laat, dat wist ze wel. Ze had een trein later, want ze had ruzie met haar moeder gehad.
Kom even zitten, zei ik.
Kom even zitten. Een simpele uitspraak die nou niet echt uitblinkt als de uitspraak van de week. Toch maakten deze drie woorden iets los in het meisje. Ze begon te vertellen. Over haar moeder waar ze sinds kort weer met haar broertje woonde, over haar derde nieuwe school in 3 jaar tijd, over opa en oma waar ze het fijn had gehad, maar die ze nu niet meer mocht spreken van haar moeder, over vader waar ze wel vaker naartoe zou willen. Over school die haar niet geloofde toen ze vertelde waar ze thuis bang voor is. Ze zat met haar pas 13 jaar oud met haar handen in het haar.
Dat lieve meisje op die stoel naast me. Een glaasje water, een arm om haar schouder. En wat kon ik haar nu bieden? Ze zat bij ons op les bij een culturele instelling. Ik kon haar niets bieden, daar ben ik niet toe bevoegd. Behalve 2 uurtjes ontspanning in de week, even niet hoeven denken aan de ellende waarin je zit.
Ik verzuchtte dat ik het zo vervelend vond om niks voor haar te kunnen doen, behalve dan wat advies geven over instanties waar ze heen zou kunnen, dat ze nogmaals met school moest praten en dat als ze het durfde toch ook aan haar vader en moeder zou moeten vertellen hoe ze zich voelt. Wat ze toen zei raakte me recht in mijn hart: Ik vind het al zo fijn dat je gewoon naar me wilt luisteren.
Naar haar luisteren, dat was de enige vorm van steun die ik haar kond bieden. Wij zijn geen professionele instantie op dit gebied en ik werk daar slechts als vrijwilliger. Ik kon dus alleen maar gewone steun bieden, zoals dat van een soiale omgeving verwacht mag worden en bij haar dus helaas veel ontbreekt.
Er zijn vier soorten van steun door de omgeving te onderscheiden (Keijser, J. de 1997);
- Emotionele betrokkenheid, zoals inlevingsvermogen en zorg.
- Instrumentele hulp in de vorm van goederen of diensten (Bijvoorbeeld iemand ergens heen brengen, omdat de ouders dat niet kunnen of hulp bij het maken van huiswerk).
- Het geven van informatie zoals adviezen, suggesties en achtergrondinformatie. Overigens wordt advies, zeker bij jongeren, niet altijd ervaren als helpend. Helemaal niet als het ongevraagd advies is (als ik jou was…… weet je wat jij moet doen?).
- Waarderingssteun. Dit is steun die er voor zorgt dat iemand erbij blijft horen. Bijvoorbeeld in de klas of vriendengroep.
Ik voelde onmacht terwijl ik naar dat meisje luisterde. Wat kon ik haar nu bieden? Je wilt toch het liefst ouders, school en weet ik wie door elkaar schudden en zeggen: zien jullie wel wat al jullie gedoe met dit meisje doet?!! Hoor haar, zie haar en luister naar wat zij nodig heeft!!
Toch was ik dus niet zo onmachtig als ik me op dat moment voelde. Ik voelde met haar mee en gaf erkenning voor haar gevoel, ik gaf wat (ongevraagde) adviezen, en zorgde er zeker voor dat ze daarna lekker in haar groep les kon hebben en plezier had.
Met haar opmerking, dat ze het al fijn vond dat ik naar haar wilde luisteren, gaf ze aan steun te ervaren van mij. En steun van anderen levert een belangrijke bijdrage aan het leren omgaan met verlies.