Troosten

Een klap, een korte stilte, een schreeuw gevolgd door hard huilen. Gevallen, terwijl hij met zijn beker drinken naar de tafel wilde lopen. De limonade ligt verspreid over de keukenvloer en je zoontje is op zijn knieën en met zijn hoofd tegen de stoelpoot gevallen. Je knielt bij hem neer en neemt de schade op. Dat wordt vast een flinke bult op het hoofd, de knieën zijn slechts een beetje rood en je mag straks de plakkerige vloer gaan dweilen. Maar eerst dat hartverscheurende hoopje kind troosten. Hard huilend en snikkend vertelt hij je dat het hem zo spijt dat de limonade over de vloer is gegaan. Ach mannetje, dat geeft toch niet? Dat maakt mama straks gewoon weer schoon. Kusje op je knie, dikke zoen op je hoofd. Ga jij maar lekker zitten, zal ik even nieuwe limonade voor je maken. Nemen we er gezellig een koekje bij. Joh, rustig maar, het komt allemaal goed. Langzaam wordt het snikken minder. Hij maakt zich los uit je armen en gaat aan tafel zitten. Jij maakt nieuwe limonade, dweilt de vloer en gaat tegenover je zoon zitten die met een blije en tevreden blik naar jou kijkt. Het verdriet is weg, over en klaar. Je hebt hem goed kunnen troosten.

Als je kind verdrietig is, willen we als ouder dit zo gauw mogelijk wegnemen. Zijn of haar verdriet is jouw verdriet. Dat betraande snoetje raakt je in je hart en wil je zo snel mogelijk weer vrolijk zien. Kusje erop, over! Dat helpt vaak echt. Bij het kleine verdriet in het leven van een kind is dat een fijne remedie. Warmte, liefde en aandacht. Dat tovert zo weer een lach op dat gezichtje.

Maar wat als je kind verdriet heeft dat niet zomaar met een kusje over is? Als je de sprankeling in de ogen niet terug ziet na jouw warmte en liefde en aandacht? Als het verdriet blijft, wat je ook doet of zegt?
Troosten, wat is dat eigenlijk en hoe doe je dat?

Volgens het puzzelwoordenboek, altijd handig want dat geeft verschillende synoniemen van een woord, is troosten: afleiden, bemoedigen, bedaren, geruststellen, lenigen, laven, ondersteunen, opbeuren, opmonteren, oprichten, opvrolijken, soulageren, sterken, steunen, schragen, tot berusting brengen, vertroosten, verzachten en verlichten.
Hoewel daar een aantal woorden bij staan waarvoor ik het woordenboek nogmaals moet raadplegen, zijn het allemaal begrippen waarbij je je wel iets kunt voorstellen. Het zijn werkwoorden, ze vragen om een actie. Iemand heeft verdriet en jij verricht een actie. Er staat niet bij dat deze actie ook ergens toe zou moeten leiden. Hoewel we dat allemaal vaak wel bedoelen natuurlijk. Als je iemand troost of geruststelt of opvrolijkt of schraagt (wat zoveel betekent als iemand ondersteunen, staande houden of ondersteunen) hebben we dan niet vaak het doel dat de pijn of het verdriet daarmee stopt? Of op zijn minst afneemt?

Wat doe je als er na jouw opbeurende woorden niks veranderd? Wat doe je als je steeds blijft vragen en er geen antwoord komt?Wat doe je als de tranen wel drogen, maar de glinstering in de ogen niet terugkomt? Wat doe je als je niet ziet of merkt dat jouw troost helpt, een verandering teweeg brengt?

Troosten; dat is erbij blijven. Dat is bij iemand blijven staan, met je armen open, met je hart open en zonder oordeel. Troosten is er zijn, er helemaal zijn, met al je aandacht. Troosten is er bij blijven ook als het pijn doet. Troosten is de pijn van de ander kunnen verduren, de pijn van de ander kunnen verdragen, de pijn zien en niet weglopen.

Is dat alles? Hoef ik er alleen maar te zijn? Het lijkt makkelijk, maar dat is het niet. De pijn van de ander, van je kind, verduren. Dat vraagt om warmte, liefde en aandacht. Dat vraagt om je eigen pijn en verdriet even aan de kant te zetten en niet weg te lopen. Jouw ‘erbij blijven’, jouw ‘zijn’ geeft vaak niet zichtbaar resultaat. Er is niet altijd meteen die lach op het gezicht. Je ziet niet of het helpt en dat maakt onzeker. Dat maakt dat je denkt dat je meer moet doen, meer moet zeggen en het raakt iets in onszelf.

En toch. Erbij blijven; niet alleen nu, maar ook morgen en volgende week en volgende maand. Erbij blijven, dat is troosten. En dat zorgt voor dat lichtje. Misschien niet direct zichtbaar in de ogen. Maar wel voelbaar in het hart.